Carros de Foc: 6-daagse huttentocht door het Nationaal Park Aiguës Tortes

We schrijven begin juli, ergens tussen twee coronapieken. De voorbije maanden bleven we in onze kot en zag het ernaar uit dat we onze reis naar Spanje op onze buik konden schrijven. Tot er in juni versoepelingen kwamen én het verlossende nieuws kwam dat Spanje de grenzen opende na 1 juli. Na wat schuiven met de data vertrokken we op reis zowaar, wie had dat gedacht!
We besluiten er een roadtrip van te maken en eerst nog een week te kamperen in de prachtige streek rond Saint-Cirq-Lapopie in Frankrijk. Een aanrader, hoewel het er op een ‘normaal’ jaar wellicht heel wat drukker is. Na een rustig weekje trokken we de grens over naar Spanje voor het echte werk: onze trektocht door het Nationaal Park Aigüestortes i Estany de Sant Maurici. De meerdaagse trekking Carros de Foc is uitgegroeid tot één van de wandelklassiekers in de Spaanse Pyreneeën.
Welkom in Aiguëstortes, een machtig prachtig Nationaal Park
Het natuurgebied bevindt zich in de Spaanse Pyreneeën, in de provincie Lerida. Het park wordt begrensd door bergtoppen tot 2750 meter hoog. Via de vele wandelpaden word je achter iedere hoek of bergtop verrast door het machtige landschap en de vele heldere bergmeren, rivieren of watervallen. Doorheen het park lopen diverse routes, die toegankelijk zijn vanaf verschillende punten. Wij vertrokken vanuit Espot, een wintersportplaats en laatste dorpje waar je wat eten en drinken kan inslaan voor de tocht.
Aan het begin van het dorp vind je een betaalparking van waar je een taxi kunt boeken, die je naar het begin van de wandelingen voert. Wij logeerden echter een eindje verder, op camping Voraparc, en begonnen van daar te wandelen. De officiële ingang van het park ligt zo’n 3km verder.
De berghutten

In het park vind je negen bemande berghutten - hoewel het woord hut nogal een understatement is. Je kunt er terecht voor een heerlijk warme maaltijd - volgens mij toch, maar alles smaakt echt zo veel beter na een dag wandelen - een deugddoende nachtrust en een stevig ontbijt. Je slaapt in slaapzalen - de ene al wat groter dan de andere – dus vergeet die oordopjes niet. In de meeste hutten kan je douchen, al betaal je vaak iets extra voor warm water. Maar dat heb je er meestal wel voor over!

Normaal gezien worden dekens voorzien, maar door de coronamaatregelen moesten we onze eigen slaapzak meenemen, samen met propere schoenen of slippers voor binnen. Doordat we voornamelijk binnen onze bubbel moesten blijven was het contact met de andere hikers iets minder. Een voordeel was dan weer dat de hutten op de helft van hun capaciteit draaiden – om voldoende afstand te kunnen houden. Ik kan me voorstellen dat de hutten en slaapzalen bij een volle bezetting redelijk druk zijn, en de wachtrijen bij de warme douches ook iets langer...

Als je jouw route hebt uitgestippeld (zie hieronder), leg je de hutten best op voorhand vast – zeker in juli en augustus. Er zijn verschillende organisaties die dit voor je doen, maar je kan het ook zelf gemakkelijk regelen via de website van Carros de Foc.
Wandelroute
Je hebt geen gids nodig in het park en kunt zelf je route uitstippelen, rekening houdend met de afstand tussen de hutten. Een goede wandelkaart is echter wel aan te raden. Er lopen verschillende paden doorheen het gebied, maar er is geen eigen markering voor de "officiële route". Zo loopt er o.a. een deel van de GR 11 – aangeduid met rood/witte markeringen. Even verderop moet je dan weer de gele palen volgen en soms wijzen steenmannetjes je de weg. Een beetje kaartlezen komt dus wel van pas. Wij kochten onze kaart via Alta Via Travel books en maps.
Wij kozen voor de klassieker onder de routes, die een lus maakt rond het park, en te doen is in 5 tot 7 dagen. Maar je kan ook dagtrips maken of je laten afzetten en ophalen op een bepaald punt (te boeken in o.a. Espot).
De trektocht in het kort

6 dagen / 5 nachten
Afstand: 55 km
Hoogtemeters: 9200 m
Gemiddelde hoogte: 2400 m
Aantal meren: +/- 200
Beste reistijd: zomer
Voorzie je op alle mogelijke temperaturen (en dus kledij in laagjes). In Espot bevind je je op 1300 m en begin juli was het er verrassend warm (25°-30°). Het koelt echter sterk af ’s avonds, en hoe hoger je trekt, hoe kouder het kan zijn. Hou in de bergen ook rekening met grillig weer, hevige regen- en onweersbuien.

De totale afstand lijkt goed mee te vallen, maar de hoogtemeters kunnen best pittig zijn. Daarbij moet je soms ook echt wel klauteren op rotsen. Maar dat maakt het uiteraard ook leuk en een tikkeltje avontuurlijk!
Comments